De langdurige aanwezigheid van Rusland in Syrië is een hoeksteen geweest van zijn strategie om macht uit te stralen in de Middellandse Zee en het Midden-Oosten. Recent geopolitieke verschuivingen hebben echter de controle van Rusland over de marinebasis Tartus op het spel gezet, wat de mogelijkheid van Moskou om zijn invloed in de regio te behouden, bedreigt.

Het doel om controle te behouden over de marinebasis Tartus is tweeledig. Ten eerste garandeert het een permanente maritieme aanwezigheid in de Middellandse Zee, waardoor Moskou macht kan projecteren, militaire operaties kan ondersteunen en de invloed van de NAVO in de regio kan tegengaan. Ten tweede biedt het een strategisch voet aan de grond in het Midden-Oosten, waarmee Rusland zijn allianties kan waarborgen, militaire operaties in Syrië kan voortzetten en zijn rol als sleutelbemiddelaar in de regionale geopolitiek kan versterken.

De reden waarom Rusland dit doel wil bereiken, is dat Tartus de enige marinebasis van Rusland is buiten de voormalige Sovjet-sfeer. Het stelt Rusland in staat om macht uit te stralen naar Europa, Afrika en het Midden-Oosten, terwijl het de invloed van de NAVO in de Middellandse Zee tegengaat. Zonder Tartus zou Moskou moeite hebben om langdurige maritieme operaties te handhaven, wat zijn vermogen om de Westerse dominantie in de regio uit te dagen zou verzwakken. De basis heeft Rusland in staat gesteld logistieke steun te bieden voor marine-inzet en zijn betrokkenheid bij regionale conflicten te behouden, met name in Syrië. Zonder de basis zou Rusland zijn vermogen verliezen om zijn bondgenoten effectief te steunen, wat zijn invloed in de Midden-Oosterse aangelegenheden zou verminderen. Dit verlies zou ook Rusland’s status als betrouwbare partner ondermijnen, waardoor het moeilijker wordt om allianties te behouden en strategische belangen in de regio veilig te stellen.

Rusland trachtte deze doelen te bereiken door het Assad-regime te steunen, dat onder druk stond tijdens de Syrische burgeroorlog. Door in 2015 militair in te grijpen, verzekerde Moskou het voortbestaan van zijn belangrijkste bondgenoot, waardoor het de toegang tot Tartus veiligstelde en zijn invloed in de regio uitbreidde. Deze steun was geworteld in langdurige banden die teruggaan tot de Koude Oorlog, toen de Sovjetunie in 1971 een overeenkomst sloot met Syrië voor de oprichting van een bevoorradings- en onderhoudsfaciliteit in Tartus. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie behield Rusland de toegang tot de basis, maar breidde zijn rol aanzienlijk uit tijdens het conflict. De interventie stelde Moskou in staat Tartus te upgraden, zodat het grotere schepen kon ontvangen en als een belangrijke logistieke hub diende. Het resultaat van deze acties was een periode van sterke Russische invloed in de regio.






Met de start van de oorlog in Oekraïne is Rusland’s vermogen om zijn positie in Syrië te verzekeren verzwakt, wat heeft geleid tot de val van het Assad-regime ondanks Moskou’s militaire en politieke inspanningen om het aan de macht te houden. De ineenstorting van Assad’s bewind markeerde een keerpunt, aangezien Rusland niet alleen een belangrijke bondgenoot verloor, maar er niet in slaagde de opkomst van een nieuwe regering te voorkomen die Rusland als vijandig beschouwde. Deze verschuiving heeft de controle van Rusland over Tartus direct ondermijnd, aangezien de nieuwe Syrische regering de Russische militaire aanwezigheid heeft afgewezen en zich begon aan te sluiten bij Westerse en regionale machten. De meest significante ontwikkeling was dat de Syrische regering Rusland formeel de toegang tot Tartus weigerde, wat Moskou dwong om zijn troepen van de basis terug te trekken. Deze ineenstorting werd gedreven door verschillende factoren, waaronder langdurige economische sancties die Rusland’s vermogen om zijn militaire verplichtingen na te komen verzwakten. Zonder de samenwerking van Syrië heeft Moskou moeite om Tartus als een functionele bevoorradings- en reparatiefaciliteit te behouden. Rusland’s afnemende invloed in Syrië is een belangrijke tegenslag in zijn pogingen om zichzelf te positioneren als een dominante macht in het Midden-Oosten, terwijl rivaliserende staten en Westerse gesteunde krachten de vacuüms invullen die achtergelaten worden.






Almet al heeft het verminderde Russische toegang tot Tartus niet alleen deMiddellandse Zee-strategie verzwakt, maar ook zijn bredere geopolitieke invloedondermijnd. De basis diende als een kritieke asset voor het projecteren vanmaritieme macht en het tegengaan van de zuidelijke flanken van de NAVO, en hetverlies ervan dwingt Moskou om te vertrouwen op verre Zwarte Zee-havens, watlogistieke en strategische kwetsbaarheden creëert. Buiten de Middellandse Zeeheeft Rusland’s verminderde aanwezigheid in Syrië een machtsvacuüm veroorzaakt,waardoor regionale spelers zoals Turkije en Iran hun invloed kunnen uitbreiden.Deze verschuiving is Moskou verder geïsoleerd en biedt Westerse machten de kansom hun positie in het Midden-Oosten te consolideren. Uiteindelijk weerspiegeltde tegenslag van Rusland in Syrië een bredere achteruitgang van zijn vermogenom zijn wereldwijde invloed te behouden, wat een significante verschuiving inde regionale machtsdynamiek aantoont.


Opmerkingen